Zou je gezonder leven als je minder hoefde te werken? Zouden werkgevers medewerkers financieel moeten belonen als ze meer bewegen? En welke invloed heeft ons brein eigenlijk op onze leefstijl? Wendelien mocht op 15 mei 2019 als panellid van het Healthy Profit Congres haar visie verdedigen op voeding, sport en ontspanning.
Stelling: Een werkgever moet faciliteren in een gezonde leefstijl van de medewerker.
Hoogleraar fysiologie aan de Radboud Universiteit Maria Hopman geeft aan dat een financiële stimulans een mooie prikkel is om mensen in beweging te brengen. Wendelien vindt dat het verder moet gaan:
“Elke verandering begint bij bewustwording en dat dat lastig is, horen we vaak. Maar het is in mijn ogen juist goed om die uitdaging aan te gaan en wel aan de slag te gaan met de bewustwording van het individu en daarmee hopelijk de intrinsieke motivatie aan te kunnen wakkeren”.
Als enkele ogenblikken later de gezonde bedrijfskantine wordt besproken en daarbij of werkgevers deze al dan niet moeten aanbieden zijn ook daar verschillen in meningen in het panel. Wendelien geeft aan dat mensen zelf een keuze moeten maken, maar dat een werkgever daarin een rol kan spelen in wat zij aanbieden.
Zou je gezonder leven als je minder hoefde te werken?
Performance coach Marieke van Wanroij gooit het over een andere boeg, zij gelooft dat: “Als we minder zouden werken, zouden mensen meer tijd hebben om hun eigen groenten te snijden, te sporten, in de tuin te werken, naar de bakker, slager en groenteboer te gaan”.
Wendelien ziet dat anders:
“Ik heb een eigen bedrijf, ik werk 50 uur per week, ik heb kinderen, maar heb toch tijd om te sporten én we eten gezond. Minder werktijd betekent mijn inziens niet per se een gezonder leven”.
Als Wendelien vertelt over het oerbrein is iedereen alert:
“Ons brein bepaalt welke keuzes we maken. We hebben als mens nog steeds ons oerbrein dat stuurt op overleven. Overleven betekent energie sparen (en daarmee dus vooral niet bewegen), voor als we nog moeten vluchten. Ons oerbrein heeft ook behoefte aan zoet, want vroeger had je dat hard nodig. Echter past het oerbrein niet meer bij het leven van de gemiddelde Nederlander in de huidige tijd”.
Betekent dit dat we ons mogen verschuilen achter ons oerbrein als we weer eens een taartje teveel naar binnen werken? Wendelien:
“Nee, ons mensbrein neemt nu simpelweg nog niet altijd de regie en dat is iets dat we moeten leren. Een topsporter doet dat wel, daar neemt het mensbrein het over van het oerbrein”.
Wat zet mensen aan tot verandering?
Er zit een grote uitdaging in het aanzetten van mensen tot verandering. Wendelien:
“Er zijn grofweg twee redenen waarom mensen veranderen: verlangen of pijn. Als men vanuit verlangen handelt, is dit een verandering uit eigen wil. Pijn wordt ervaren als het eigenlijk te laat is: het kwaad is reeds geschiedt, maar het is goed om alsnog dit bewustzijn te krijgen voor toekomstige besluitvorming”.
Wendelien ziet een kans in preventie:
“Ik denk dat het belang ligt bij preventief bezig zijn. Maar als mensen echt niet willen veranderen, zit daar vaak angst achter verscholen. Als ze echt niet willen, krijg je ze echter ook niet mee, totdat ze pijn krijgen. En hier ligt een grote uitdaging die begint met het delen van kennis, uitleggen, waarschuwen en aanwakkeren van een pijn die er al dan niet beginnend is”.
Bewegingswetenschapper en voedingsexpert Jan-Willem van Dijk stelt kritisch: “Mensen die niet intrinsiek gemotiveerd zijn, zijn vaak niet duurzaam bezig met een verandering. Hoe zit het met extrinsiek gemotiveerde mensen? Mensen die handelen op basis van die pijn?”. Wendelien sluit de paneldiscussie af met de volgende opmerking:
“Er is niets mis met extrinsieke motivatie. Als men daardoor gaat ervaren, is er de mogelijkheid dat ze alsnog een verlangen krijgen. Als er zo’n omslag van extrinsieke motivatie naar intrinsieke motivatie tot stand komt, kan de verandering alsnog duurzaam zijn”.
